8. exprime sa préoccupation que le recours au pouvoir judiciaire cambodgien en tant qu'instrument de répression contre l'opposition politique et la société civile ne jette de sérieux doutes sur l'engagement du gouvernement cambodgien à établir le tribunal relatif aux Khmers rouges conformément aux normes internationales en matière d'indépendance judiciaire, de jugement équitable et de procédure régulière, ainsi qu'il a été convenu avec les Nations unies en juin 2003, et s'interroge sur la nécessité de considérer la diffamation du premier ministre comme une infraction pénale;
8. is verontrust dat het feit dat de Cambodjaanse rechterlijke macht wordt gebruikt als instrument voor repressie jegens de politieke oppositie en het maatschappelijk middenveld, ernstige twijfel doet ontstaan over de door de Cambodjaanse regering aangegane verplichting om het Rode-Khmertribunaal te stoelen op internationale normen inzake onafhankelijkheid van de rechter, eerlijke processen en een behoorlijke rechtsgang, zoals met de VN in juni 2003 is overeengekomen en stelt de noodzaak in vraag om van laster aan het adres van het ambt van eerste minister een strafrechtelijke inbreuk te maken;