Vertaling van "nos racines judéo-chrétiennes " (Frans → Nederlands) :

L’Europe «de l’exclusion», faite d’États nations souhaitant des «frontières» européennes et des «racines judéo-chrétiennes», est par contre une Europe entraînant la guerre, au Proche-Orient comme dans les Balkans et le Caucase, et qui génère des tensions, comme dans l’Oural, en Turquie et au Maghreb.
Het 'exclusieve' Europa van natiestaten, dat streeft naar Europese 'grenzen' en beweert 'joods-christelijke wortels' te hebben, is een Europa dat oorlogen veroorzaakt, in het Nabije Oosten evenals in de Balkan en de Kaukasus, en dat leidt tot spanningen, zoals in het Oeralgebergte, Turkije en de Maghreb.

Je tiens à réaffirmer la nécessité de ne jamais oublier notre identité. Nous ne devons jamais oublier nos racines judéo-chrétiennes.
Ik wil nogmaals zeggen dat we nooit onze identiteit, onze joods-christelijke wortels, mogen vergeten.

Ce serait une grave erreur de renoncer à notre identité, à nos racines judéo-chrétiennes et à un modèle social fondé sur la famille, celle-là même qui se compose du père, de la mère et des enfants.
Het zou een ernstige fout zijn als wij onze identiteit, onze joods-christelijke wortels en een maatschappelijk model gebaseerd op het gezin, bestaande uit vader, moeder en kinderen, op zouden geven.

Néanmoins, l’Europe ne peut renier ses racines judéo-chrétiennes: elles constituent un lien entre l’Est et l’Ouest, elles sont le véritable élément qui unit un demi-milliard de personnes, elles garantissent le caractère séculaire des institutions et nous devons à présent nous souvenir du précepte évangélique: «il faut rendre à César ce qui appartient à César et à Dieu ce qui appartient à Dieu».
Europa kan echter zijn joods-christelijke wortels niet ontkennen. Deze vormen de brug tussen Oost en West, de werkelijke band tussen een half miljard mensen. Ze staan garant voor het seculier karakter van de instellingen. Zo staat in het evangelie: “Geeft dan aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat God toekomt”.

De l'exercice des compétences communautaires en matière de prévention du sida, j'ai retiré certaines convictions profondes que je résumerai par la formule suivante : " Le sida pose à nos sociétés un défi majeur dans ce sens où la modernité de l'épidémie réside dans son contraste avec certaines réticences culturelles face à l'évolution du monde, en particulier de nos sociétés judéo-chrétiennes.
Bij de uitoefening van mijn gemeenschapsbevoegdheden inzake aidspreventie ben ik tot de diepe overtuiging gekomen die als volgt kan worden samengevat : " Aids is een grote uitdaging voor onze samenleving, in de zin dat de moderniteit van de epidemie berust op het contrast met een bepaalde culturele terughoudendheid tegenover de evolutie van de wereld, in het bijzonder in onze joods-christelijke samenleving.