19. demeure très inquiet de la détérioration de la situation des droits de l'Homme en Iran, notamment du refus de la liberté d'opinion, des arrestations arbitraires, des aveux obtenus sous la contrainte, de la torture et de la peine de mort et demande à nouveau de libérer tous les prisonniers politiques, y compris Akbar Ganji et Abdolfattah Soltani; invite instamment l'Iran à reprendre sans retard le dialogue sur les droits de l'Homme;
19. blijft zich ernstige zorgen maken over de verslechterende mensenrechtensituatie in Iran en vooral het onderdrukken van de vrijheid van meningsuiting, willekeurige arrestaties, gedwongen bekentenissen, foltering en de doodstraf en herhaalt zijn verzoek om vrijlating van alle politieke gevangenen, o.a. Akbar Ganji en Abdolfattah Soltani; dringt er bij Iran op aan om de mensenrechtendialoog zo snel mogelijk te hervatten;