2. « L'article 9 (la liste des substances et méthodes interdites telle qu'elle est contenue dans l'arrêt
é ministériel du 27 novembre 2013 établissant la liste des substances et méthodes interdites, M.B. 9 décembre 2013, 97492 (liste des substances et méthodes interdites au moment des faits)) combiné avec les articles 46 et 47 du décret a
ntidopage du 25 mai 2012, interprété en ce sens que, par suite de ces articles, un sportif qui fait l'objet de poursuites disciplinaires et
est définitivement condamné ...[+++] en raison de substances qui sont interdites tant par suite de la liste des substances et méthodes interdites, visée à l'article 9 du décret précité (établie par l'arrêté ministériel du 27 novembre 2013 établissant la liste des substances et méthodes interdites, M.B. 9 décembre 2013, 97492 (liste des substances et méthodes interdites au moment des faits)), que par suite de la loi relative aux drogues, ne peut plus être poursuivi pénalement par le ministère public et être puni par les tribunaux sur la base de la loi relative aux drogues, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, alors que les justiciables qui ne sont pas soumis à un régime disciplinaire peuvent faire l'objet de poursuites pénales pour la même infraction ?2. « Schendt artikel 9 (de verboden lijst zoals opgenomen in het minister
ieel besluit van 27 november 2013 houdende vaststelling van de verboden lijst, BS 9 december 2013, 97492 (verboden lijst ogenblik van de feiten)) juncto 46 en 47 van het Antidopin
gdecreet van 25 mei 2012, geïnterpreteerd in die zin dat door deze artikelen een sporter die tuchtrechtelijk vervolgd wordt en definitief veroordeeld wordt voor substanties die zowel verboden zijn ingevolge de verboden lijst, als bedoeld in artikel 9 van voormeld decreet (opgenomen in het minister
ieel beslu ...[+++]it van 27 november 2013 houdende vaststelling van de verboden lijst, BS 9 december 2013, 97492 (verboden lijst ogenblik van de feiten)) [...] als verboden zijn ingevolge de drugwet, niet langer strafrechtelijk vervolgd kan worden door het Openbaar Ministerie en gestraft kan worden door de rechtbanken op basis van de drugwet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet terwijl rechtsonderhorigen die niet aan een tuchtregime onderworpen zijn wel strafrechtelijk kunnen worden vervolgd voor hetzelfde misdrijf ?