I
l y a néanmoins lieu de tenir compte de deux questions préjudicielles posées à la Cour d'arbitrage, d'une part, par le Conseil d'Etat, section d'administration, dans l'arrêt n° 84.267 du 21 décembre 1999 (13) et, d'autre part, par le Tribunal de première instance de Malines, par jugement du 13 avril 2000 (14), et dans lesquelles il est demandé à la Cour d'arbitrage si le législateur national a, en adoptant la loi du 29 juillet 1991 relat
ive à la motivation formelle des actes administratifs, et plus particulièrement ses articles 2 et 3, méconnu les règles
...[+++] établies par la Constitution ou en vertu de celle-ci pour déterminer les compétences respectives de l'Etat, des communautés et des régions, en ce que ces articles 2 et 3 sont applicables aux actes administratifs des régions et des communautés.E
r dient evenwel rekening te worden gehouden met twee prejudiciële vragen die aan het Arbitragehof zijn gesteld, enerzijds, door de Raad van State, afdeling administratie, bij arrest nr. 84.267 van 21 december 1999 (13), en, anderzijds, door de Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, bij vonnis van 13 april 2000 (14), en waarin het Arbitragehof wordt gevraagd of de federale wetgever door het uitvaardigen van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en meer bepaald van de artikelen 2 en 3 van deze wet, de regels heeft geschonden die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onder
...[+++]scheiden bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten, in zoverre die artikelen 2 en 3 van toepassing zijn op de bestuurshandelingen van de gewesten en gemeenschappen.