7. souligne que la lutte contre le réchauffement planétaire est une question de solidarité entre pays développés et pays en développement; salue dès lors la condamnation unanime des États-Unis par l'UE, la Chine et le Japon; rappelle que, ai
nsi que l'a indiqué récemment le groupe intergouvernemental d'experts sur les changements climatiques, les pays qui ont l'accès le plus limité aux ressources sont également ceux dont la capacité d'adaptation est la plus faible et qui sont dès lors le plus exposés au réchauffement climatique et à ses effets néfastes; souligne que c'est pourquoi les pays développés, dont les États-Unis, ont une respo
...[+++]nsabilité importante et un rôle déterminant à assumer dans la réduction effective des émissions de gaz à effet de serre; et rappelle que, dans sa résolution précitée du 26 octobre 2000, que le Parlement européen a convié toutes les parties contractantes à "fixer dans les plus brefs délais de nouveaux objectifs ambitieux en matière de réduction, principalement pour les pays industrialisés”; 7. legt er de nadruk op dat de strijd tegen de oprwarming van het wereldklimaat een zaak is van solidariteit tussen de ontwikkelde landen en de ontwikkelingslanden; is daarom verheugd over de unanieme veroordeling van de VS door de EU, China en Japan; wijst erop dat de recente intergouvernementele groep deskundigen inzake klimaatverandering erop heeft gewezen dat landen die over de meest beperkte hulpbronnen beschikken ook de landen zijn met het minste vermogen tot aanpassing en daarom het meest kwetsbaar zijn voor de opwarming van het wereldklimaat en de nadelige gevolgen daarvan; daarom hebben de ontwikkelde landen, waaronder de Verenigde Staten van Noord-Amerika, een belangrijke verantwoordelijkheid, op grond waarvan zij een toonaange
...[+++]vende rol moeten spelen bij een doeltreffende vermindering van de emissies van broeikasgassen; wijst erop dat het in zijn reeds genoemde resolutie van 26 oktober 2000 een beroep deed op de overeenkomstsluitende partijen "zo snel mogelijk over te gaan tot de vaststelling van verdere ambitieuze reduceringsdoelstellingen, vooral voor de industrielanden”;