A cette date, l'exercice de leur fonction de professeur de philosophie et de citoyenneté est assuré par l'octroi automatique, dans cette fonction initiale, d'un congé pour l'exercice d'une autre fonction comme prévu dans l'arrêté royal du 15 janvier 1974, article 14, point 3.
Op die datum wordt de uitoefening van hun ambt als leraar filosofie en burgerzin verzekerd door de automatische toekenning, in dat oorspronkelijke ambt, van een verlof voor de uitoefening van een ander ambt zoals bepaald in het koninklijk besluit van 15 januari 1974, artikel 14, punt 3;