Art. 18. Au cours du traitement d'un dossier par la structure mandatée, celle-ci peut collaborer avec le Bureau d'assistance spéciale à la jeunesse, visé à l'article 16 du décret du 7 mars 2008 ou avec les services sociaux d'assistance judiciaire à la jeunesse, visés à l'article 44 du décret précité, en vue de l'examen de la situation inquiétante ou en vue du suivi de l'aide à la jeunesse offerte au mineur, à ses parents et, le cas échéant, aux personnes responsables de son éducation.
Art. 18. Tijdens de behandeling van een dossier door de gemandateerde voorziening kan door de gemandateerde voorziening worden samengewerkt met het Bureau voor Bijzondere Jeugdbijstand, vermeld in artikel 16 van het decreet van 7 maart 2008 of met de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdbijstand, vermeld in artikel 44 van het voormelde decreet, met het oog op het onderzoek van de verontrustende situatie of met het oog op de opvolging van de jeugdhulpverlening aan de minderjarige, zijn ouders en, in voorkomend geval, zijn opvoedingsverantwoordelijken.