Art. 4. § 1. Pour toute apparition suspectée de l'organisme, l'Agence veille à ce que des tests en laboratoire officiels ou officiellement contrôlés soient effectués pour le matériel végétal énuméré, selon la méthode pertinente décrite à l'annexe II et conformément aux conditions énumérées à l'annexe III, point 1, ou, dans tous les autres cas, selon toute autre méthode officiellement agréée, afin de confirmer ou d'infirmer ladite apparition.
Art. 4. § 1. Bij elke vermoede aanwezigheid van het organisme voor het in de lijst opgenomen plantaardig materiaal ziet het Agentschap toe op de volledige afwikkeling van officiële of onder officieel toezicht verrichte laboratoriumtests volgens de in bijlage II beschreven relevante methode en conform de voorwaarden beschreven in bijlage III, punt 1 of, in alle andere gevallen volgens om het even welke andere officieel erkende methode met als doel die aanwezigheid te bevestigen of te ontkennen.