Art. 6. § 1. En ce qui concerne les zones riches en oiseaux, les unités de gestion du gibier et les titulaires du droit de chasse qui y sont actifs, proposent des mesures, de commun accord avec les associations qui gèrent des réserves agréées dans ces zones ou avec les autorités qui gèrent des réserves naturelles ou forestières dans ces zones, ainsi que les organisations agricoles locales, visant à éviter la perturbation des populations d'oiseaux aquatiques pour lesquelles ces zones sont désignées, compte tenu des données disponibles concernant la dispersion des oiseaux aquatiques dans les zones concernées.
Art. 6. § 1. Met betrekking tot vogelrijke gebieden stellen de er actieve wildbeheereenheden en jachtrechthouders, in gezamenlijk overleg met de verenigingen die in dat vogelrijk gebied erkende reservaten beheren of met de overheden die in het vogelrijk gebied bos- of natuurreservaten beheren, alsmede met de lokale landbouworganisaties, maatregelen voor die als oogmerk hebben om verstoring van de populaties watervogels waarvoor die gebieden zijn aangeduid, te vermijden, rekening houdende met de beschikbare gegevens inzake de verspreiding van watervogels in het betrokken gebied.