Art. 16. Dans l'article 19, § 3, du décret du 21 décembre 1990 contenant des dispositions budgétaires techniques ainsi que des dispositions accompagnant le budget 1991, inséré par le décret du 7 juillet 1998, le troisième alinéa est remplacé par ce qui suit : « Le
s moyens du « Fonds Onroerende Goederen » peuvent également être affectés à la gestion, l'acquisition, la construction, l'étude, l'équipement et l'aménagement de bâtiments de la Communauté flamande, de la Région flamande et de toutes les personnes morales de droit public relevant de la Communauté flamande ou de la R
...[+++]égion flamande, y compris les organismes publics flamands, les universités et les services à gestion séparée».Art. 16. In artikel 19, § 3 van het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991, ingevoegd bij het decreet van 7 juli 1998, wordt het derde lid vervangen door wat volgt « De mid
delen van het Fonds Onroerende Goederen mogen tevens aangewend worden voor het beheer, de aankoop, de bouw, de studie, de uitrusting en geschiktmaking van gebouwen van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest en alle publiekrechtelijke rechtspersonen die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest vallen met in
...[+++]begrip van de Vlaamse Openbare Instellingen, de universiteiten, de diensten met afzonderlijk beheer».