Art. 3. L'agrément en vue d'offrir ou de consentir des ventes à tempérament qui font l'objet d'une cession ou d'une subrogation immédiate de la personne nommément désignée ci-après est retiré, l'intéressée ne pratiquant plus d'opérations visées aux articles 1, 9°, et 74 de la même loi, mais l'agrément en vue de consentir des prêts à tempérament est maintenu :
Art. 3. De erkenning met het oog op het aanbieden of het toezeggen van verkopen op afbetaling die het voorwerp uitmaken van een onmiddellijke overdracht of indeplaatsstelling van de volgende met name hierna aangeduide persoon, wordt ingetrokken daar zij geen activiteiten meer uitoefent bedoeld in artikelen 1, 9°, en 74 van dezelfde wet, maar de erkenning met het oog op het aanbieden van leningen op afbetaling blijft gehandhaafd :