Par son arrêt du 25 octobre 2005, la Cour de cassation a jugé « que l' [ancien] article 324ter, § 1 , du Code pénal vise à punir une personne, non pas en raison de sa participation personnelle à des infractions ou de son intention personnelle de commettre des infractions, mais uniquement en raison de son appartenance à l'organisation criminelle définie à l'article 324bis du Code pénal, et pourvu qu'elle ait connaissance de la nature criminelle de l'organisation à laquelle elle appartient » (Cass., 25 octobre 2005, Pas., 2005, n° 537).
Bij zijn arrest van 25 oktober 2005 oordeelde het Hof van Cassatie « dat [het oude] artikel 324ter, § 1, Strafwetboek de bestraffing beoogt van een persoon, niet om reden van zijn persoonlijke deelname aan misdrijven of zijn persoonlijke bedoeling misdrijven te plegen, maar enkel om reden van zijn lidmaatschap van de in artikel 324bis Strafwetboek omschreven criminele organisatie, en mits hij kennis heeft van de criminele aard van de organisatie waartoe hij behoort » (Cass., 25 oktober 2005, Arr. Cass., 2005, nr. 537).