2. Pour les biens demeurant en la possession des organismes qui cessent de remplir les conditions requises pour bénéficier de l’exonération, lorsqu’ils sont cédés à un organisme fondé à bénéficier de l’exonération en application du présent chapitre ou, le cas échéant, à un organisme fondé à bénéficier de l’exonération en application de l’article 43, l’exonération reste acquise pour autant que celui-ci utilise les biens en cause à des fins ouvrant droit à l’octroi de telles exonérations.
2. Wanneer goederen die in het bezit blijven van organisaties die niet langer voldoen aan de voorwaarden om voor vrijstelling in aanmerking te komen, worden overgedragen aan een organisatie die krachtens dit hoofdstuk voor vrijstelling in aanmerking komt of, eventueel, aan een organisatie die krachtens artikel 43 voor vrijstelling in aanmerking komt, blijft de vrijstelling van kracht voor zover bedoelde organisatie de betrokken goederen gebruikt voor doeleinden welke recht geven op dergelijke vrijstellingen.