En outre, en cas de flagrant délit, le procureur du Roi peut ordonner la mesure visée au paragraphe 1 pour les infractions visées à l'article 137 du Code pénal, à l'exception de l'infraction visée à l'article 137, § 3, 6°, du même Code, dans les septante-deux heures qui suivent la découverte de cette infraction.
In geval van ontdekking op heterdaad kan de procureur des Konings bovendien de maatregel bedoeld in paragraaf 1 bevelen voor het in artikel 137 van het Strafwetboek bedoelde strafbare feit, met uitzondering van het in artikel 137, § 3, 6°, van hetzelfde Wetboek bedoelde strafbare feit, binnen de tweeënzeventig uur na de ontdekking van dit strafbare feit.