L'article 69, § 3, précité, interprété en ce sens qu'il ne permet pas à un administrateur provisoire désigné sur la base de l'article 488bis du Code civil de faire opposition, lorsque l'intérêt de la personne protégée l'exige, au paiement à la personne visée aux paragraphes 1, 2 ou 2bis du même article 69, contrairement aux père, mère, adoptant, tuteur officieux, tuteur, curateur ou attributaire, porte une atteinte discriminatoire aux droits des personnes intéressées.
Het voormelde artikel 69, § 3, in die zin geïnterpreteerd dat het een voorlopige bewindvoerder die is aangewezen op grond van artikel 488bis van het Burgerlijk Wetboek, niet toestaat om verzet aan te tekenen, wanneer het belang van de beschermde persoon het vereist, tegen de betaling aan de persoon bedoeld in de paragrafen 1, 2 of 2bis van hetzelfde artikel 69, in tegenstelling tot de vader, de moeder, de adoptant, de pleegvoogd, de toeziende voogd, de curator of de rechthebbende, tast op discriminerende wijze de rechten van de betrokken personen aan.