Le second paragraphe prévoit cependant que la Partie requise peut refuser l'extradition ou l'entraide judiciaire lorsqu'elle a de sérieuses raisons de croire que la demande a été présentée aux fins de poursuivre ou de sanctionner une personne pour des raisons de race, de religion, de nationalité, d'origine ethnique ou d'opinions politiques, ou que donner suite à cette demande porterait préjudice à la situation de cette personne pour l'une quelconque de ces considérations.
Naar luid van paragraaf 2 kan de aangezochte Partij de uitlevering of de wederzijdse rechtshulp evenwel weigeren als zij ernstige redenen heeft om aan te nemen dat het verzoek is ingediend om een persoon te vervolgen of te straffen omwille van zijn ras, godsdienst, nationaliteit, etnische herkomst of politieke overtuiging, dan wel dat gevolg geven aan dat verzoek ernstig nadeel zou kunnen berokkenen aan de toestand van die persoon gelet op een van de voorgaande overwegingen.