Bien que le Gouvernement soit d'avis qu'une disposition relative à l'irrecevabilité d'une demande reconventionnelle n'est pas nécessaire (voir l'arrêt de la Cour de cassation en date du 10 avril 1995, Pas. I, p. 413 et suiv.), il lui paraît néanmoins utile de prévoir une disposition particulière afin de ne pas laisser subsister de doute à cet égard.
Hoewel de Regering meent dat een bepaling inzake de onontvankelijkheid van een tegenvordering niet noodzakelijk is ( zie arrest van het Hof van Cassatie dd. 10 april 1995, Pas. I, blz. 413 e.v.), acht zij het toch nuttig in een bijzondere bepaling te voorzien, zodat ter zake geen twijfel blijft bestaan.