En comparant cette situation à celle de la personne qui se désiste de l'instance et qui ne pourrait revendiquer pareil droit, tout en interprétant l'article 1022 du Code judiciaire comme ne s'appliquant pas au désistement, le juge a quo part d'une hypothèse manifestement erronée, qui rend inopérante la comparaison sur laquelle il invite la Cour à se prononcer.
Door die situatie te vergelijken met die van een persoon die afstand doet van het geding en die geen aanspraak zou kunnen maken op zulk een recht indien artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek in die zin wordt geïnterpreteerd dat het niet van toepassing is op een afstand van geding, gaat de verwijzende rechter uit van een kennelijk onjuiste veronderstelling die de vergelijking waarover hij een uitspraak van het Hof vraagt, onwerkzaam maakt.