Afin de tenir compte des besoins importants dans le domaine des transports et de l'environnement des États membres qui ont adhéré à l'Union le 1er mai 2004 ou ultérieurement, leur part du Fonds de cohésion sera fixée à un tiers au minimum de leur dotation financière totale finale après plafonnement au sens des paragraphes 10 à 13 reçue en moyenne sur la période.
Gezien de aanzienlijke behoeften op het gebied van vervoer en milieu van de lidstaten die op of na 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden, wordt hun aandeel in het Cohesiefonds bepaald op minimaal een derde van de gemiddeld gedurende die periode ontvangen totale uiteindelijke financiële toewijzing na de in de punten 10 tot en met 13 omschreven plafonnering.