Dans la mesure où l'article 6, § 2, de la loi du 22 mars 2001 entraîne qu'une personne perd son droit à la garantie de revenus aux personnes âgées au montant de base majoré lorsqu'elle partage sa résidence principale avec un étranger séjournant illégalement sur le territoire, qui est dépourvu de ressources et ne peut contribuer aux dépenses du ménage, la première question préjudicielle appelle, sous réserve de ce qui est mentionné en B.9.2, une réponse affirmative.
In zoverre artikel 6, § 2, van de wet van 22 maart 2001 ertoe leidt dat een persoon zijn recht verliest op het verhoogde basisbedrag van de inkomensgarantie voor ouderen wanneer hij zijn hoofdverblijfplaats deelt met een illegaal op het grondgebied verblijvende vreemdeling die niet over bestaansmiddelen beschikt en niet kan bijdragen in de kosten van het huishouden, dient de eerste prejudiciële vraag, onder voorbehoud van wat is vermeld in B.9.2, bevestigend te worden beantwoord.