3. Afin de protéger les intérêts des affiliés et des bénéficiaires, les autorités compétentes peuvent transférer, en totalité ou en partie, les pouvoirs conférés par la loi de l'État membre d'origine aux dirigeants d'une institution établie sur leur territoire à un représentant spécial apte à exercer ces pouvoirs.
3. De bevoegde autoriteiten kunnen, teneinde de belangen van de deelnemers aan en de pensioengerechtigden van een regeling te beschermen, de bevoegdheden waarover de personen die een op haar grondgebied gevestigde instelling besturen, overeenkomstig de wetgeving van de lidstaat van herkomst beschikken, geheel of gedeeltelijk overdragen aan een bijzondere vertegenwoordiger die geschikt is om deze bevoegdheden uit te oefenen.