2. Lorsque des demandes en divorce, en séparation de corps ou en annulation du mariage, n'ayant pas le même objet, ni la même cause, sont formées entre les mêmes parties devant des juridictions d'États membres différents, la juridiction saisie en second lieu sursoit d'office à statuer jusqu'à ce que la compétence de la juridiction première saisie soit établie.
2. Wanneer bij rechterlijke instanties van verschillende lidstaten tussen dezelfde partijen vorderingen tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed of nietigverklaring van het huwelijk aanhangig zijn die niet hetzelfde onderwerp betreffen, houdt de rechterlijke instantie waarbij de zaak het laatst is aangebracht, haar uitspraak ambtshalve aan totdat de bevoegdheid van de rechterlijke instantie waarbij de zaak het eerst is aangebracht, vaststaat.