8. souligne qu'il est impératif que les pays tiers des zones de départ patrouillent dans leurs propres eaux territoriales afin d'intercepter les navires de traite, et demande aux pays tiers de respecter le droit international en matière de sauvetage en mer et d'assurer la protection des réfugiés et le respect des droits fondamentaux; demande que les efforts internationaux soient renforcés afin de rechercher et détruire de manière systématique les navires utilisés par les passeurs, dans le respect intégral du droit international;
8. benadrukt dat derde landen die in de buurt liggen van regio's van waaruit migranten vertrekken, in hun territoriale wateren moeten patrouilleren om schepen met migranten te onderscheppen, en roept derde landen op het internationale recht inzake het redden van levens op zee na te leven en de bescherming van vluchtelingen en de eerbiediging van de grondrechten te waarborgen; dringt aan op intensivering van de internationale inspanningen om, met volledige eerbiediging van het internationaal recht, over te gaan tot de systematische opsporing en vernietiging van door smokkelaars gebruikte schepen;