« Le(s) continuateur(s) qui a(ont) bénéficié de la réduction du droit prévue à l'article 140bis, § 1, 1°, alinéa 3, peut (peuvent) offrir de payer le droit dû conformément aux articles 131 à 140 majoré de l'intérêt légal au taux fixé en matière civile, exigible à compter de la date de l'enregistrement de la donation avant l'expiration du délai prévu à l'article140bis, § 1, 1°, alinéa 3».
« De opvolger(s) die in aanmerking is (zijn) gekomen voor de verlaging van het recht bedoeld in artikel 140bis, § 1, 1°, derde lid, kan (kunnen) voorstellen om het verschuldigde recht te betalen overeenkomstig de artikelen 131 tot 140 vermeerderd met de wettelijke interest tegen de rentevoet bepaald in burgerlijke zaken, opeisbaar te rekenen van de datum van registratie van de schenking, te betalen vóór het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 140bis, § 1, 1°, derde lid».