6. relève l'importance accordée lors de la 16 réunion du Conseil des droits de l'homme aux révoltes actuelles dans le monde arabe, en particulier en Libye; souligne l'écho de ces soulèvements, y compris en Afrique sub-saharienne; demande à l'Union européenne et aux États membres d'apporter leur soutien à ces mouvements populaires y compris au Yémen, en Jordanie, en Syrie, à Bahreïn, au Sultanat d'Oman, au Ma
roc ou en Algérie; condamne la répression
qui existe dans ces pays; condamne toute tentative d'ingérence de pays tiers dans ces pays; s'oppose à toute intervention mi
...[+++]litaire en Libye;
6. wijst op het belang dat tijdens de zestiende zitting van de Mensenrechtenraad is toegekend aan de huidige opstanden in de Arabische wereld, en met name in Libië; benadrukt de weerklank die deze opstanden vinden, ook in de landen ten zuiden van de Sahara; verzoekt de Europese Unie en de lidstaten hun steun te geven aan deze volksbewegingen, onder meer in Jemen, Jordanië, Syrië, Bahrein, het Sultanaat Oman, Marokko en Algerije; veroordeelt de repressie in die landen; veroordeelt elke poging tot inmenging van derde landen in die landen; verzet zich tegen elke militaire interventie in Libië;