Tout sous-officier, caporal, brigadier ou soldat en permission ou en congé qui ne sera pas rentré à son corps, en temps de guerre trois jours, en temps de paix quinze jours après l'expiration de son congé ou de sa permission, ou après l'époque fixée par un ordre de rappel.
Ieder onderofficier, korporaal, brigadier of soldaat met permissie of met verlof, die niet naar zijn korps zal teruggekeerd zijn, in oorlogstijd, drie dagen, in vredestijd, vijftien dagen na het verstrijken van zijn verlof of van zijn permissie, of na het tijdstip bepaald bij een wederoproepingsbevel.