Traduction de «personnel enseignant afin » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

enseignant [ instituteur | personnel enseignant | professeur ]
leerkracht [ docent | leraar | onderwijzend personeel | professor ]

corps enseignant | enseignants | personnel enseignant
leerkrachten | onderwijzend personeel

corps enseignant | personnel enseignant
leerkrachten | onderwijzend personeel

enseignant | personnel enseignant
onderwijsgevenden | onderwijzend personeel

assurer la liaison avec le personnel enseignant
contacten onderhouden met educatieve medewerkers | contacten onderhouden met onderwijzend personeel

superviser le personnel enseignant
toezien op educatieve medewerkers | toezien op onderwijzend personeel

personnel enseignant
onderwijzend personeel

enseignement au personnel scolaire concernant l'état médical du sujet
educatie aan schoolmedewerkers over medische conditie van subject

enseigner les procédures au personnel navigant
procedures aanleren aan vliegtuigbemanning

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

souligne l'importance de veiller à intégrer la dimension d'égalité entre les hommes et les femmes dans le secteur de l'éducation en promouvant la culture numérique ainsi que l'éducation et la formation des femmes et des filles dans le domaine des TIC grâce à l'intégration du codage, des nouveaux médias et des nouvelles technologies dans les programmes d'enseignement à tous les niveaux, ainsi que dans les activités périscolaires et l'éducation informelle et non formelle, et dans tous les types d'enseignement et de formation, y compris pour le personnel enseignant, afin de réduire et de supprimer les déficits en compétences numériques et d'encourager les filles et les jeunes femmes à entamer une carrière dans le domaine des sciences et des TIC; souligne, à cet égard, l'importance des ressources éducatives libres, qui permettent de garantir à tous un meilleur accès à l'enseignement, ainsi que de l'échange des bonnes pratiques en matière d'intégration de la dimension d'égalité entre les hommes et les femmes sur le plan éducatif dans le secteur des TIC.
wijst erop hoe belangrijk het is te zorgen voor gendermainstreaming in de onderwijssector door digitale geletterdheid en de deelname van vrouwen en meisjes aan ICT-onderwijs en -opleidingen te bevorderen middels de opname van programmeren, nieuwe media en technologieën in de onderwijsprogramma's op alle niveaus, alsook in buitenschools, informeel en niet-formeel onderwijs, en in alle soorten onderwijs en opleidingen, ook voor onderwijspersoneel, teneinde de digitalevaardigheidskloven te verkleinen en te overbruggen en meisjes aan te moedigen te kiezen voor een loopbaan in de wetenschap of de ICT; benadrukt in dit verband het belang van open leermiddelen, waardoor een betere toegang tot onderwijs voor iedereen wordt gewaarborgd, en van de uitwisseling van optimale praktijken op het gebied van de integratie van de genderdimensie in het ICT-onderwijs.

59. encourage les États membres à intégrer d'urgence les nouvelles technologies dans leur processus d'apprentissage, à intensifier et à améliorer la formation aux TIC et aux compétences numériques à tous les niveaux et dans tous les types d'enseignement et de formation, y compris pour le personnel enseignant, afin de proposer des diplômes et des enseignements plus axés sur les technologies numériques et d'inciter les jeunes à étudier les TIC et à suivre des carrières dans ce domaine; souligne qu'il y a lieu de doter les écoles et les universités d'une base technologique plus solide et de leur fournir les infrastructures nécessaires; souligne, à cet égard, l'importance des ressources éducatives libres (REL), qui permettent de garantir l'accès à l'enseignement pour tous et d'améliorer la capacité d'insertion professionnelle en soutenant le processus d'apprentissage tout au long de la vie; rappelle la nécessité d'encourager les jeunes filles et les jeunes femmes à suivre des études dans le domaine des TIC;
59. moedigt lidstaten aan dringend nieuwe technologieën in het leerproces op te nemen, en op alle onderwijsniveaus en in alle onderwijs- en opleidingstypen, ook voor het onderwijzend personeel, het onderwijs in digitale en ICT-vaardigheden te intensiveren en te verbeteren, om ervoor te zorgen dat er meer op digitale vaardigheden afgestemde diploma's en curricula komen en om jongeren te motiveren ICT te studeren en te kiezen voor gerelateerde loopbanen; benadrukt dat er op scholen en universiteiten voor een betere technologische basis en voor de nodige infrastructuur moet worden gezorgd; benadrukt in dit verband het belang van open educational resources (OER), die ervoor zorgen dat iedereen toegang heeft tot onderwijs en die de inzetbaarheid vergroten door het proces van levenslang leren; herhaalt dat meisjes en jonge vrouwen moeten worden aangemoedigd om ICT-studies te volgen;

60. encourage les États membres à intégrer d'urgence les nouvelles technologies dans leur processus d'apprentissage, à intensifier et à améliorer la formation aux TIC et aux compétences numériques à tous les niveaux et dans tous les types d'enseignement et de formation, y compris pour le personnel enseignant, afin de proposer des diplômes et des enseignements plus axés sur les technologies numériques et d'inciter les jeunes à étudier les TIC et à suivre des carrières dans ce domaine; souligne qu'il y a lieu de doter les écoles et les universités d'une base technologique plus solide et de leur fournir les infrastructures nécessaires; souligne, à cet égard, l'importance des ressources éducatives libres (REL), qui permettent de garantir l'accès à l'enseignement pour tous et d'améliorer la capacité d'insertion professionnelle en soutenant le processus d'apprentissage tout au long de la vie; rappelle la nécessité d'encourager les jeunes filles et les jeunes femmes à suivre des études dans le domaine des TIC;
60. moedigt lidstaten aan dringend nieuwe technologieën in het leerproces op te nemen, en op alle onderwijsniveaus en in alle onderwijs- en opleidingstypen, ook voor het onderwijzend personeel, het onderwijs in digitale en ICT-vaardigheden te intensiveren en te verbeteren, om ervoor te zorgen dat er meer op digitale vaardigheden afgestemde diploma's en curricula komen en om jongeren te motiveren ICT te studeren en te kiezen voor gerelateerde loopbanen; benadrukt dat er op scholen en universiteiten voor een betere technologische basis en voor de nodige infrastructuur moet worden gezorgd; benadrukt in dit verband het belang van open educational resources (OER), die ervoor zorgen dat iedereen toegang heeft tot onderwijs en die de inzetbaarheid vergroten door het proces van levenslang leren; herhaalt dat meisjes en jonge vrouwen moeten worden aangemoedigd om ICT-studies te volgen;

22. encourage les États membres à intégrer d'urgence les nouvelles technologies dans leurs processus d'apprentissage, à intensifier et à améliorer la formation aux TIC et aux compétences numériques à tous les niveaux et dans tous les types d'enseignement et de formation, y compris pour le personnel enseignant, afin de proposer des diplômes et des enseignements plus axés sur les technologies numériques et d'inciter les jeunes à étudier les TIC et à suivre des carrières associées; souligne qu'il y a lieu de doter les écoles et les universités d'une base technologique plus solide et de leur fournir les infrastructures nécessaires; souligne, à cet égard, l'importance des ressources éducatives libres (REL), qui permettent de garantir l'accès à l'enseignement pour tous et d'améliorer la capacité d'insertion professionnelle en soutenant le processus d'apprentissage tout au long de la vie; rappelle la nécessité d'encourager les jeunes filles et les jeunes femmes à suivre des études en matière de TIC;
22. moedigt lidstaten aan dringend nieuwe technologieën in het leerproces op te nemen, en op alle onderwijsniveaus en in alle onderwijs- en opleidingstypen, ook voor het onderwijzend personeel, het onderwijs in digitale en ICT-vaardigheden te intensiveren en te verbeteren, om ervoor te zorgen dat er meer op digitale vaardigheden afgestemde diploma's en curricula komen en om jongeren te motiveren ICT te studeren en te kiezen voor gerelateerde loopbanen; benadrukt dat er op scholen en universiteiten voor een betere technologische basis en voor de nodige infrastructuur moet worden gezorgd; benadrukt in dit verband het belang van open educational resources (OER), die ervoor zorgen dat iedereen toegang heeft tot onderwijs en die de inzetbaarheid vergroten door het proces van levenslang leren; herhaalt dat meisjes en jonge vrouwen moeten worden aangemoedigd ICT-studies te volgen;

Le personnel enseignant et les formateurs devraient bénéficier d’un soutien afin que les questions controversées puissent être débattues ouvertement en classe et qu’ils puissent mettre à jour les connaissances et les compétences dont ils ont besoin pour accéder aux contenus dans les médias, les interpréter, les produire et les utiliser de façon sûre et responsable.
Opvoeders en onderwijzend personeel moeten worden ondersteund zodat er openlijk over controversiële vraagstukken kan worden gediscussieerd in de klas en personeel op de hoogte kan blijven van kennis en vaardigheden die nodig zijn om media-inhoud op een verantwoorde manier te raadplegen, te interpreteren, te produceren en te gebruiken.

33. demande à la Commission d'encourager les États membres à entreprendre une campagne de communication pour sensibiliser les jeunes, mais également le personnel encadrant, aux questions de radicalisation; souligne que les formations ou les campagnes de sensibilisation doivent être axées en priorité sur une intervention précoce, afin de protéger les individus et de les détourner de tout risque de radicalisation; encourage les États membres à fournir au personnel enseignant une formation spéciale et des outils appropriés lui permettant de détecter d'éventuels changements de comportement suspects, de repérer les cercles de complicité qui amplifient le phénomène de radicalisation par effet de mimétisme et d'encadrer de manière adéquate les jeunes exposés au risque d'un recrutement par des organisations terroristes; encourage également les États membres à investir et à apporter un soutien financier en faveur de structures spécialisées situées à proximité des écoles et faisant office de points de contact permettant aux jeunes, mais aussi à leurs familles, aux enseignants et aux experts concernés, d'organiser des activités extrascolaires ouvertes aux familles, notamment un soutien psychologique; souligne l'importance de disposer d'instructions claires dans ce domaine afin de ne pas compromettre le rôle premier des enseignants, des éducateurs et des autres acteurs dont le souci principal est le bien-être de la personne, étant donné qu'une intervention excessive des autorités publiques pourrait être contreproductive;
33. verzoekt de Commissie de lidstaten te ondersteunen bij het voeren van een voorlichtingscampagne om jongeren en het onderwijzend personeel bewust te maken van de radicaliseringsproblematiek; onderstreept dat opleidingen of bewustmakingscampagnes in de eerste plaats gericht moeten zijn op een vroegtijdige tussenkomst, teneinde de individuen te beschermen en elk gevaar van radicalisering weg te nemen; moedigt de lidstaten aan het onderwijzend personeel een speciale opleiding te laten volgen en passende instrumenten beschikbaar te stellen, zodat zij zorgwekkende gedragsveranderingen kunnen onderkennen, klieken kunnen opsporen die radicalisering bevorderen door imitatiegedrag, en zich adequaat kunnen gedragen bij de begeleiding van jongeren die vatbaar zijn voor de wervingspogingen van terroristische organisaties; moedigt de lidstaten verder aan te investeren in en financiële steun te bieden aan gespecialiseerde centra in de buurt van scholen, die fungeren als trefpunt waar jongeren, maar ook hun familieleden, leraren en relevante deskundigen kunnen deelnemen aan buitenschoolse activiteiten die open staan voor de familie, waaronder psychologische begeleiding; benadrukt het belang van duidelijke richtsnoeren op dit gebied om te voorkomen dat de hoofdtaak van leraren, jongerenwerkers en anderen voor wie het welzijn van het individu voorop staat, in het gedrang komt, omdat buitensporige inmenging door de overheid averechts kan werken;

30. demande à la Commission d'encourager les États membres à entreprendre une campagne de communication pour sensibiliser les jeunes, mais également le personnel encadrant, aux questions de radicalisation; souligne que les formations ou les campagnes de sensibilisation doivent être axées en priorité sur une intervention précoce, afin de protéger les individus et de les détourner de tout risque de radicalisation; encourage les États membres à fournir au personnel enseignant une formation spéciale et des outils appropriés lui permettant de détecter d'éventuels changements de comportement suspects, de repérer les cercles de complicité qui amplifient le phénomène de radicalisation par effet de mimétisme et d'encadrer de manière adéquate les jeunes exposés au risque d'un recrutement par des organisations terroristes; encourage également les États membres à investir et à apporter un soutien financier en faveur de structures spécialisées situées à proximité des écoles et faisant office de points de contact permettant aux jeunes, mais aussi à leurs familles, aux enseignants et aux experts concernés, d'organiser des activités extrascolaires ouvertes aux familles, notamment un soutien psychologique; souligne l'importance de disposer d'instructions claires dans ce domaine afin de ne pas compromettre le rôle premier des enseignants, des éducateurs et des autres acteurs dont le souci principal est le bien-être de la personne, étant donné qu'une intervention excessive des autorités publiques pourrait être contreproductive;
30. verzoekt de Commissie de lidstaten te ondersteunen bij het voeren van een voorlichtingscampagne om jongeren en het onderwijzend personeel bewust te maken van de radicaliseringsproblematiek; onderstreept dat opleidingen of bewustmakingscampagnes in de eerste plaats gericht moeten zijn op een vroegtijdige tussenkomst, teneinde de individuen te beschermen en elk gevaar van radicalisering weg te nemen; moedigt de lidstaten aan het onderwijzend personeel een speciale opleiding te laten volgen en passende instrumenten beschikbaar te stellen, zodat zij zorgwekkende gedragsveranderingen kunnen onderkennen, klieken kunnen opsporen die radicalisering bevorderen door imitatiegedrag, en zich adequaat kunnen gedragen bij de begeleiding van jongeren die vatbaar zijn voor de wervingspogingen van terroristische organisaties; moedigt de lidstaten verder aan te investeren in en financiële steun te bieden aan gespecialiseerde centra in de buurt van scholen, die fungeren als trefpunt waar jongeren, maar ook hun familieleden, leraren en relevante deskundigen kunnen deelnemen aan buitenschoolse activiteiten die open staan voor de familie, waaronder psychologische begeleiding; benadrukt het belang van duidelijke richtsnoeren op dit gebied om te voorkomen dat de hoofdtaak van leraren, jongerenwerkers en anderen voor wie het welzijn van het individu voorop staat, in het gedrang komt, omdat buitensporige inmenging door de overheid averechts kan werken;

la mobilité des étudiants (études, formation, stages), du personnel enseignant et des autres membres du personnel des établissements d’enseignement supérieur et des entreprises à des fins de formation ou d’enseignement, les programmes intensifs Erasmus organisés sur une base multilatérale ainsi que le soutien aux établissements de départ et d’accueil afin d’assurer la qualité de la mobilité.
mobiliteit van studenten (studies, opleidingen, stages), leerkrachten en andere personeelsleden van instellingen voor hoger onderwijs en ondernemingen met het oog op scholing of onderwijs; intensieve op multilaterale basis georganiseerde programma's in het kader van Erasmus; en steun voor instellingen in het eigen land of het gastland met het oog op de kwaliteitsborging van de mobiliteit.

les actions de mobilité auxquelles participe le personnel enseignant des établissements d'enseignement supérieur afin d'enseigner ou de recevoir une formation dans un établissement partenaire à l'étranger,
mobiliteit van onderwijzend personeel van instellingen voor hoger onderwijs met het doel bij een partnerinstelling in het buitenland onderwijs te geven of daar scholing te volgen.