En vertu de l'article 26 de l'Action commune précitée du 12 juillet 2004, les privilèges et immunités nécessaires à l'accomplissement des tâches de l'Agence, de son directeur et de son personnel sont prévus dans une Décision des représentants des gouvernements des États membres, réunis au sein du Conseil, concernant les privilèges et immunités accordés à l'Agence européenne de défense et à son personnel, signée à Bruxelles le 10 novembre 2004.
In uitvoering van artikel 26 van het voornoemde Gemeenschappelijk optreden van 12 juli 2004 werden de voorrechten en immuniteiten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taken van het Agentschap, de directeur en het personeel, vastgesteld in een Besluit van de vertegenwoordigers van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de voorrechten en immuniteiten die aan het Europees Defensieagentschap en zijn personeel worden verleend, dat werd ondertekend te Brussel op 10 november 2004.