3. Toute personne qui communique des renseignements ou des observations en vertu des articles 8, 9, 12 ou 14 indique clairement les éléments considérés comme confidentiels, justification à l'appui, et fournit une version non confidentielle distincte dans le délai fixé par l'Agence ou la Commission.
3. Eenieder die op grond van de artikelen 8, 9, 12, of 14 informatie of opmerkingen indient, vermeldt duidelijk welk materiaal als vertrouwelijk moet worden beschouwd, met opgave van de redenen, en verschaft binnen een door het bureau of de Commissie vastgestelde termijn een niet-vertrouwelijke versie.