2. L'instrument de renflouement interne ne peut être appliqué aux fins visées au paragraphe 1, point a), que s'il existe une perspective raisonnable que l'application de cet instrument, conjuguée à d'autres mesures utiles, y compris les mesures mises en œuvre conformément au plan de réorganisation des activités requis par le paragraphe 16, permette, outre d'atteindre des objectifs pertinents de la résolution, de rétablir la bonne santé financière et la viabilité à long terme de l'entité concernée.
2. Het instrument van bail-in mag slechts voor het in lid 1, punt a), vermelde doel worden toegepast indien er een redelijk vooruitzicht is dat de toepassing van dat instrument, in combinatie met andere relevante maatregelen, waaronder de maatregelen die overeenkomstig het bij lid 16 voorgeschreven bedrijfssaneringsplan zijn genomen, niet alleen tot de verwezenlijking van de relevante afwikkelingsdoelstellingen leidt, maar ook de financiële soliditeit en de levensvatbaarheid op lange termijn van de betrokken entiteit herstelt.