Le ministre de l'Intérieur ne peut donc proposer au Roi la nomination à la fonction de bourgmestre d'un ministre, secrétaire d'État ou commissaire en exercice et l'acte de présentation pour un mandat d'échevin sur laquelle figurerait un tel candidat ne serait pas recevable.
De minister van Binnenlandse Zaken kan derhalve onmogelijk een minister, staatssecretaris of commissaris in functie, met het oog op een benoeming tot burgemeester, aan de Koning voordragen; de akte van voordracht voor een ambt van schepen waarop de naam van een soortgelijk kandidaat voorkomt, is voortaan dus niet langer ontvankelijk.