Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "peuvent raisonnablement prétendre " (Frans → Nederlands) :

Ils ne peuvent en conséquence raisonnablement prétendre avoir été surpris par l'application de la disposition en cause aux dépenses de l'année 2006.

Zij kunnen bijgevolg niet redelijkerwijs beweren verrast te zijn door de toepassing van de in het geding zijnde bepaling op de uitgaven van het jaar 2006.


2. Par jugement du 24 juin 2014 en cause de Alfons Heylen contre la SCRL « PV Assurances » dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 11 juillet 2014, le Tribunal de police d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 19bis-11, § 2, de la loi relative à l'assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs, interprété en ce sens qu'il n'exige pas la présence d'un élément objectif pour constater que la responsabilité ne peut pas être établie et que, dans un accident impliquant deux ou plusieurs parties, ce constat peut dès lors découler du simple fait que les parties concernées ont inscrit des informations insuffisantes, incomplètes, manquant de précision ou incorrectes ou ont fait d ...[+++]

2. Bij vonnis van 24 juni 2014 in zake Alfons Heylen tegen de cvba « PV Verzekeringen », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 juli 2014, heeft de Politierechtbank te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 19bis-11, § 2 WAM, in die zin geïnterpreteerd dat geen objectief element aanwezig hoeft te zijn om vast te stellen dat de aansprakelijkheid niet kan beoordeeld worden, en dat bijgevolg in een ongeval met twee of meerdere partijen deze vaststelling kan volgen uit het loutere feit dat de betrokken partijen onvoldoende, onvolledige, onduidelijke of onjuiste gegevens neerschrijven of de ...[+++]


3. Par jugement du 25 juin 2014 en cause de Edwin Marien contre la SA « Axa Belgium », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 11 juillet 2014, le Tribunal de police d'Anvers a posé les questions préjudicielles suivantes : « L'article 19bis-11, § 2, de la loi relative à l'assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs, interprété en ce sens qu'il n'exige pas la présence d'un élément objectif pour constater que la responsabilité ne peut pas être établie et que, dans un accident entre deux ou plusieurs véhicules automoteurs, ce constat peut dès lors découler du simple fait que l'un des (ou les) conducteurs concernés ont sciemment inscrit des informations insuffisantes, incomplètes, manquant de pr ...[+++]

3. Bij vonnis van 25 juni 2014 in zake Edwin Marien tegen de nv « Axa Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 juli 2014, heeft de Politierechtbank te Antwerpen de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schendt artikel 19bis-11, § 2 WAM, in die zin geïnterpreteerd dat geen objectief element aanwezig hoeft te zijn om vast te stellen dat de aansprakelijkheid niet kan beoordeeld worden, en dat bijgevolg in een ongeval met twee of meerdere motorvoertuigen deze vaststelling kan volgen uit het loutere feit dat een (de) betrokken bestuurder(s) bewust onvoldoende, onvolledige, onduidelijke of onjuiste gegevens neerschrijft (neers ...[+++]


Elles ne peuvent raisonnablement prétendre qu'elles auraient le droit d'assister aux auditions en l'absence du ministère public ou qu'elles pouvaient escompter échapper aux poursuites parce que le contrôle qui a été effectué s'est fait en l'absence du ministère public, d'autant plus que les arrêts de la Cour d'appel de Gand du 6 janvier 2009 mentionnés plus haut, qui ont conduit à ce résultat, ont dans l'intervalle été cassés par la Cour de cassation.

Zij kunnen niet in redelijkheid staande houden dat zij het recht zouden hebben om de hoorzittingen in afwezigheid van het openbaar ministerie bij te wonen of dat zij erop mochten rekenen dat zij zouden ontsnappen aan vervolging omdat de eerder gedane controle in afwezigheid van het openbaar ministerie is geschied, des te minder daar de bovenvermelde arresten van het Hof van Beroep te Gent van 6 januari 2009, die tot zulk een resultaat hebben geleid, inmiddels door het Hof van Cassatie zijn verbroken.


première branche, l'article 24, §§ 1 et 4, de la Constitution garantit la liberté d'enseignement et l'égalité de traitement de chacun, ce qui implique, si on entend que la liberté d'enseignement ne reste pas purement théorique, que ceux qui veulent créer une école puissent raisonnablement prétendre aux subventions de l'autorité, et en ce que les articles 25 et 97 à 101 du décret prévoient que les écoles qui relèvent des réseaux établis et qui sont insuffisamment représentées en un lieu donné peuvent déroger radicalemen ...[+++]

eerste onderdeel, het artikel 24, § 1, en § 4, van de Grondwet, de vrijheid van onderwijs en een gelijke behandeling van eenieder waarborgen, wat inhoudt dat, wil de vrijheid van onderwijs reëel zijn, de initiatiefnemers voor de oprichting van een school een redelijke aanspraak moeten kunnen maken op subsidies van de overheid, en doordat de artikelen 25 en 97 tot en met 101 van het decreet de erkenning inhouden dat voor scholen, die behoren tot de gevestigde netten en die op een bepaalde plaats niet sterk vertegenwoordigd zijn, op ingrijpende wijze mogen afwijken van de standaardnormen inzake overheidssubsidiëring,


Bien qu'il reconnaisse que l'objectif général de l'instauration d'une réduction des cotisations était de favoriser une mesure de redistribution du travail, en donnant du travail au plus grand nombre possible de travailleurs au sein des entreprises, il souligne l'objectif particulier consistant à prévenir les interprétations illogiques ou les abus de la réduction, en veillant à ce que la réduction en cause ne soit accordée qu'aux employeurs qui peuvent raisonnablement y prétendre, c'est-à-dire ceux qui peuvent prouver un accroissement réel du nombre de travailleurs à partir du 1 janvier 1997.

Ofschoon hij erkent dat de algemene bedoeling van het invoeren van een bijdragevermindering erin bestond een arbeidsherverdelende maatregel te bevorderen door arbeid toe te wijzen aan zoveel mogelijk personeel binnen de ondernemingen, wijst hij op de bijzondere bedoeling om onlogische interpretaties of misbruiken van de vermindering te voorkomen, door erover te waken dat de bedoelde vermindering slechts toekomt aan die werkgever die er redelijkerwijze slechts aanspraak op kan maken, namelijk de werkgever die kan getuigen van een werkelijke toename van het aantal werknemers vanaf 1 januari 1997.


w