« Interprété en ce sens qu'il exige pour pouvoir continuer les mêmes activités dans les mêmes conditions que les praticiens de l'art infirmier effectuant ces prestations, à la date du 1 septembre 1990, une période d'occupation à temps plein dans un établissement de soins, l'article 54bis de l'arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 relatif à l'exercice de l'art de guérir, de l'art infirmier, des professions paramédicales et aux commissions médicales n'est-il pas contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il détermine une discrimination injustifiée entre, d'une part, les personnes qui peuvent démontrer, à la date du 1 septembre 1990, une occupation de trois ans à temps plein, même si, depuis cette date, elles ont cessé de tra
...[+++]vailler, et, d'autre part, celles qui ne peuvent établir, à la même date, qu'une occupation de trois ans à mi-temps, mais débutant avant la date du 1 septembre 1990 ?« Schendt artikel 54bis van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, geïnterpreteerd in die zin dat dit artikel op datum van 1 september 1990 een periode van voltijdse tewerkstelling in een verzorgingsinstelling vereist teneinde dezelfde werkzaamheden onder dezelfde omstandigheden als de beoefenaars van de verpleegkunde die die arbeidsprestaties verrichten, te mogen blijven uitoefenen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre dat artikel een onverantwoorde discriminatie in het leven roept tussen, enerzijds, de personen die op datum van 1 september 1990 een voltijdse tewerkstelling van drie jaar kunnen
...[+++]aantonen, zelfs indien zij sinds die datum met werken gestopt zijn, en, anderzijds, de personen die op diezelfde datum slechts een deeltijdse tewerkstelling van drie jaar kunnen aantonen, die evenwel begonnen is vóór 1 september 1990 ?