7. La composition linguistique du Comité général de coordination est la suivante, outre son président (fonctionnaire général, francophone, appartenant au cadre bilingue) et ses deux vice-présidents (néerlando- phones bilingues) : parmi les membres effectifs, 14 peuvent être considérés comme francophones et 15 comme néerlandophones; parmi les membres sup- pléants, 12 peuvent être considérés comme franco- phones et 17 comme néerlandophones.
7. Het Algemeen coördinatiecomité is taalkundig als volgt samengesteld, naast zijn voorzitter (ambte- naar-generaal, Franstalig, behorend tot het tweetalig kader) en zijn twee ondervoorzitters (tweetalige Nederlandstaligen) : onder de werkende leden kun- nen er 14 als Franstalig en 15 als Nederlandstalig worden beschouwd; onder de plaatsvervangende leden kunnen er 12 als Franstalig en 17 als Neder- landstalig worden beschouwd.
