Pour les plans d'exécution spatiaux qui ont été annulés avant l'entrée en vigueur du présent décret et dont la procédure de planification est encore en cours au moment de l'entrée en vigueur, le délai de 180 jours fixé aux articles 2.2.7, § 7, 2.2.10, § 6, et 2.2.13, § 6, du Code flamand de l'Aménagement du Territoire, prend cours à partir du jour d'entrée en vigueur du présent décret.
Voor ruimtelijke uitvoeringsplannen die werden vernietigd voor de inwerkingtreding van dit decreet en waarvan de planprocedure op het ogenblik van de inwerkingtreding nog lopende is, neemt de termijn van 180 dagen bepaald in de artikelen 2.2.7, § 7, 2.2.10, § 6, en 2.2.13, § 6, VCRO, een aanvang vanaf de dag van inwerkingtreding van dit decreet.