4. La Commission arrête, le cas échéant, au moyen d'un acte d'exécution, des mesures visant à prévenir la présence d'organismes réglementés non de quarantaine sur les végétaux destinés à la plantation concernés, conformément à l'article 36, point f), du présent règlement.
4. De Commissie stelt door middel van een uitvoeringshandeling, waar passend, maatregelen vast om de aanwezigheid van door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen op de betrokken voor opplant bestemde planten, als bedoeld in artikel 36, onder f), van deze verordening te voorkomen.