41. rappelle que dans de nombreux États membres, l'accès au pre
mier emploi à temps plein des jeunes femmes (tranche d'âge 15-24 ans) est en recul depuis le début de la crise, et que pour remédier à cette situation, elles sont nombreuses à prolonger leurs études; observe que, malgré cette tendance et le fait que disposer d'une meilleure formation ait globalement contribué à mieux protéger les femmes, la valorisation de leur diplôme rest
e moins réussie que celle des hommes; invite les États membres à concentrer leurs efforts sur des s
...[+++]tratégies qui combinent des politiques d'éducation et de formation à des politiques d'emploi ciblant spécialement les jeunes femmes; 41. herinnert eraan dat in vele lidstate
n de toegang tot de eerste voltijdbaan voor jonge vrouwen (leeftijdcategorie 15-24 jaar) is verslechterd sinds het begin van de crisis en dat om deze situatie het hoofd te bieden, velen onder hen hun studie hebben voortgezet; constateert dat deze ontwikkeling de vrouwen over het geheel gen
omen weliswaar meer opleiding en daardoor meer bescherming oplevert, maar dat zij met die kwalificaties niet evenveel in aanzien stijgen als bij mannen het geval zou zijn; verzoekt de lidstaten zich te richte
...[+++]n op strategieën waarbij onderwijs- en scholingsbeleid gepaard gaat met werkgelegenheidsbeleid speciaal voor jonge vrouwen;