Het mandaat in de Hoge Raad eindigt van rechtswege indien
: 1° het lid er om verzoekt; 2° een onverenigbaarheid ontstaat; 3° een lid de hoedanigheid vereist als voorwaarde om in de Hoge Raad zitting te kunnen nemen, verliest; 4° een lid kandidaat is voo
r een benoeming tot magistraat of een aanwijzing tot korpschef, bijstandsmagistraat of federaal magistraat; 5° een magistraat werd toegelaten tot de inruststelling; 6° een lid niet meer voldoet aan de in artikel 259bis-1, § 1, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde voorwa
...[+++]arden.