4. Par dérogation au paragraphe 3, les décisions de sélection et d'attribution pour les partenariats stratégiques visés au paragraphe 3, point b), peuvent être gérées au niveau de l'Union, si une décision à cet effet est prise conformément à la procédure d'examen visée à l'article 36, paragraphe 3, et uniquement dans des cas précis où une telle centralisation est clairement justifiée.
4. In afwijking van lid 3 kunnen de selectie- en toekenningsbesluiten met betrekking tot de in lid 3, onder b), bedoelde strategische partnerschappen op Unieniveau worden beheerd indien daartoe wordt besloten overeenkomstig de in artikel 36, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure en uitsluitend in specifieke gevallen waarin er duidelijke redenen voor een dergelijke centralisatie zijn.