12. exprime sa préoccupation face aux atteintes aux droits de l'homme commises en Égypte, y compris le harcèlement et l'arrestation de journalistes et de militants de la société civile
et de l'opposition politique et un recours excessif à la force, ayant pour conséquence un grand nombre de victimes civiles, comme ce fut le cas lors du troisième anniversaire de la révolution et durant les journées précédant le référendum de janvier 2013; demande instamment aux autorités égyptiennes de veiller à ce que soit menée une enquête complète, transparente et indépendante sur la mort de civils, afin d'en poursuivre tous les responsables; réprouve
...[+++] que des dizaines de milliers d'Égyptiens soient détenus ou réprimés, notamment parmi les Frères musulmans, qui sont qualifiés d'organisation terroriste, ce qui interdit toute possibilité d'un processus inclusif de réconciliation, pourtant nécessaire à la stabilité et au développement du pays; invite le Conseil des droits de l'homme à condamner ces atteintes aux droits de l'homme, à suivre toutes les enquêtes qui seraient menées et à envisager de lancer sa propre enquête, faute d'un progrès de la part des autorités égyptiennes; insiste sur l'importance d'ouvrir rapidement au Caire une antenne régionale du Haut‑Commissariat des Nations unies aux droits de l'homme, comme l'ont accepté les autorités égyptiennes; 12. spreekt zijn bezorgdheid uit over de schendingen van de mensenrechten die zijn begaan in Egypte, inclusief de pesterijen jegens en de opsluiting van journalisten, activisten van het maatschappeli
jk middenveld en de politieke oppositie en het buitensporig gebruik van geweld, met als gevolg de dood van een groot aantal burgers, met name tijdens de derde verjaardag van de revolutie en tijdens de dagen rond het referendum van januari 2013; dringt er bij de Egyptische autoriteiten op aan ervoor te zorgen dat grondige, transparante en onafhankelijke onderzoeken worden uitgevoerd naar de dood van burgers, om alle daders aansprakelijk te stelle
n; veroor ...[+++]deelt het feit dat tienduizenden Egyptenaren worden vastgehouden in gevangenissen en onderdrukt, inclusief de Moslimbroederschap, die een terroristische organisatie wordt genoemd, hetgeen het inclusieve verzoeningsproces onmogelijk maakt dat vereist is voor de stabiliteit en ontwikkeling van het land; verzoekt de UNHRC de bedoelde mensenrechtenschendingen te veroordelen, alle onderzoeken die worden gevoerd, te volgen en te overwegen zijn eigen onderzoek te starten, als de Egyptische autoriteiten geen vooruitgang boeken; benadrukt het feit dat het belangrijk is snel een regionaal OHCHR-kantoor te openen in Caïro, in overeenstemming met het akkoord van de Egyptische autoriteiten;