4. soutient pleinement l'indépendance de la Banque centrale européenne et estime qu'une influence des organes déterminant les politiques économiques sur la politique monétaire serait contraire au traité, car elle mettrait fin à cette indépendance; suggère une harmonisation des hypothèses économiques sur la base desquelles sont élaborés les budgets ainsi que des calendriers budgétaires des États membres de la zone euro, en tenant compte du calendrier d'élaboration des GOPE et des lignes directrices pour l'emploi;
4. steunt te volle de onafhankelijkheid van de Europese Centrale Bank en acht invloed van organen die het economisch beleid bepalen op het monetair beleid strijdig met het Verdragen, daar hierdoor een eind zou worden gemaakt aan deze onafhankelijkheid; stelt voor de economische vooronderstellingen op grond waarvan de begrotingen worden opgesteld en de begrotingsagenda's van de lidstaten van de eurozone op elkaar af te stemmen, met inachtneming van het tijdschema voor de opstelling van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid en de werkgelegenheidsrichtsnoeren;