4. de favoriser au sein de l'Union européenne des partenariats stratégiques avec des pays producteurs tels que la Chine, les États-Unis et la Russie afin d'éviter que des politiques nationales ne créent des tensions sur les marchés internationaux de matières premières et afin de contenir les politiques discriminantes pouvant nuire à l'économie de marché;
4. in de Europese Unie strategische partnerschappen te stimuleren met productielanden zoals China, de Verenigde Staten en Rusland, om te voorkomen dat nationaal beleid spanningen veroorzaakt op de internationale grondstoffenmarkten en om discriminerende beleidsvormen die de markteconomie kunnen schaden te onderdrukken;
