Les programmes nationaux de lutte contre la pollution atmosphérique, que les États membres doivent mettre en place pour garantir que les objectifs de réduction seront atteints, doivent veiller à la cohérence avec la politique en matière de qualité de l'air, mais aussi avec les plans et programmes prévus dans d'autres domaines, notamment le climat et l'énergie, les transports et l'agriculture.
De nationale programma's voor de beheersing van luchtverontreiniging, die de lidstaten moeten ontwikkelen om de reducties te garanderen, moeten zorgen voor samenhang met het luchtkwaliteitsbeleid, maar ook met plannen en programma's op andere gebieden, zoals klimaat, energie, vervoer en landbouw.