(17) Le règlement (CE) n° 998/2003 prévoit par ailleurs que, pendant une période transitoire, les animaux de compagnie des espèces répertoriées à son annexe I, parties A et B, sont considérés comme identifiés dès lors qu’ils sont porteurs d’un tatouage clairement lisible ou d’un système d’identification électronique («transpondeur»).
(17) Verordening (EG) nr. 998/2003 bepaalt ook dat gezelschapsdieren van de in de delen A en B van bijlage I bij die verordening opgenomen soorten gedurende een overgangsperiode als geïdentificeerd moeten worden beschouwd, als zij voorzien zijn van een duidelijk leesbare tatoeage of een elektronisch identificatiesysteem ("transponder").