19. estime que le transport maritime et fluvial ne peut pas être considéré
séparément des transports terrestre et aérien et que la liaison avec l'arrière-pays est d'une très grande importance pour le succès commercial d'un port, et qu'il est donc nécessaire d'établir une interconnexion entre les ports, les plateformes logistiques intéri
eures et les "ports secs"; considère, cela étant, que la participation co-modale des ports est nécessaire dans le contexte des réseaux de transport transeuropé
...[+++]ens (RTE-T) et des futurs corridors verts européens pour assurer une meilleure exploitation de la capacité de transport dans les domaines du cabotage et du transport fluvial, également en ce qui concerne les connexions avec les transports terrestres et aériens, de façon à assurer une politique des transports effective et cohérente; 19. is van mening dat de zeescheepvaart en de binnenvaart niet los kunnen worden gezien van het land- en luchttransport en dat de verbindingen met het a
chterland van groot belang zijn v
oor het commerciële succes van een haven en dat het bijgevolg noodzakelijk is onderlinge verbindingen tussen havens, binnenlandse logistieke platforms en inlandterminals aan te leggen; is in dat licht ook van mening dat het noodzakelijk is dat havens zowel met betrekking tot de trans-Europese vervoernetwerken (TEN-T's) als bij de toekomstige "groene corridors" van de Gemeenschap in een co-moda
...[+++]al systeem worden opgenomen, waardoor de vervoerscapaciteiten in de kustvaart en de binnenscheepvaart beter benut kunnen worden, en ook met betrekking tot de daarbijbehorende verbindingen met vervoerswijzen over land en door de lucht, zodat er uiteindelijk een coherent en authentiek vervoerbeleid ontstaat;