Ainsi, alors que les citoyens non actifs doivent demander une attestation d’enregistrement pour un séjour de plus de trois mois, les demandeurs d’emploi ont le droit, conformément à la jurisprudence de la Cour[89] et au considérant 9 de la directive, de résider dans l’État membre d’accueil pendant au moins six mois sans être soumis à aucune condition ni à aucune formalité autre que l’obligation de posséder une carte d’identité ou un passeport en cours de validité.
Terwijl niet-actieve burgers een inschrijvingsbewijs moeten aanvragen voor een verblijf van meer dan drie maanden, hebben werkzoekenden overeenkomstig de jurisprudentie van het Hof van Justitie[89] en overweging 9 van de richtlijn het recht gedurende minstens zes maanden in de ontvangende lidstaat te verblijven zonder dat aan andere voorwaarden of formaliteiten moet worden voldaan dan het bezit van een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort.