Compte tenu de ces différents éléments, il n'apparaît pas que le législateur décrétal ait pris une mesure manifestement déraisonnable au regard de l'objectif qu'il poursuivait en ne disposant pas lui-même, mais en confiant au Gouvernement le soin de déterminer, sous le contrôle des juridictions compétentes, qui représenterait, dans le collège d'avis, les sociétés d'auteurs et les sociétés de droits voisins.
Rekening houdend met die verschillende elementen blijkt niet dat de decreetgever een maatregel zou hebben genomen die kennelijk onredelijk is ten aanzien van het doel dat hij nastreefde, door niet zelf te beschikken doch aan de Regering de zorg toe te vertrouwen om, onder het toezicht van de bevoegde rechtscolleges, te bepalen wie, in het college voor advies, de auteursvennootschappen en de vennootschappen voor naburige rechten zou vertegenwoordigen.