Dans l'article 36 de la loi du 19 octobre 1921 organique des élections provinciales, remplacé par la loi du 6 janvier 1984, les alinéas 2 à 4 sont remplacés par la disposition suivante : « A défaut de suppléant, une élection extraordinaire peut être organisée en vertu d'une décision du conseil provincial ou d'un arrêté royal à l'effet de pourvoir aux places devenues vacantes.
In artikel 36 van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, vervangen bij de wet van 6 januari 1984, wordt het tweede tot het vierde lid vervangen door de volgende bepaling : « Is er geen opvolger, dan kan, krachtens een beslissing van de provincieraad of krachtens een koninklijk besluit, een buitengewone verkiezing worden gehouden om te voorzien in de opengevallen plaatsen.