I. se félicitant de l'engagement pris le 11 mars 2000 par M. Poutine, Président en exercice, d'intervenir pour améliorer l'accès des organisations internationales à la zone de conflit, et de l'engagement de la Russie, lors de la visite du commissaire des droits de l'homme du Conseil de l'Europe, à accepter le déploiement, dans la région, d'une mission internationale permanente de contrôle, mais regrettant que M. Poutine, n'ait donné aucune assurance en ce qui concerne l'ouverture de négociations de paix avec la partie tchétchène;
I. verheugd over de toezegging van waarnemend president Poetin op 11 maart 2000 om maatregelen te nemen voor een ruimere toegang tot het oorlogsgebied voor internationale organisaties, en de toezegging van Rusland tijdens het bezoek van de commissaris voor mensenrechten van de Raad van Europa om een permanente internationale waarnemingsmissie in de regio toe te laten, maar betreurend dat waarnemend president Poetin geen enkele toezegging heeft gedaan inzake vredesbesprekingen met de Tsjetsjenen;